Wandelen tussen Rimburg en Merkstein
23-03-2021

83B0ADCC 1A47 4BA8 9776 A5F98FED44A1 1 201 aDeel 1 door Herman Langen
Veel van mijn vrijwilligerswerkzaamheden zijn voorlopig opgeschort. Daarom wandel ik momenteel dan ook heel veel, alleen of met slechts één metgezel. De laatste weken heb ik mijn voetstappen vaak gezet in een gebied in de buurt van mijn woonplaats Eygelshoven, het gebied tussen Rimburg en Merkstein. In Rimburg bereik je Duits grondgebied via een brug over de Worm. Aan weerszijden op de brug staan twee bronzen schildpadden. Een informatiebord aan de brugmuur verklaart: ‘De buurgemeenten Übach-Palenberg en Landgraaf hebben de schildpadden, aan beide uiteinden van de brug, een bijzondere missie meegegeven: 

Tegenover elkaar staand en onderling betrokken, elkaar toenaderend, staan ze voor duurzaamheid en voor het leven. Voor het elkaar steeds weer ontmoeten in vrede en in inspirerende samenwerking’. Enkele meters achter de brug zien wij een ‘gedenkplek voor de vrede’. Op twaalf langwerpige, rechtopstaande panelen is in elf talen de volgende tekst vermeld: “Weet die de haat leert, zal u niet verlossen.” Het 12e paneel staat voor alle niet genoemde talen. Het is niet vreemd dat juist hier deze symbolen van toenadering en vrede staan. Voor onze bevrijding is hier in 1944 flink strijd geleverd. In zijn document ‘Bezetting en oorlog als jeugdherinnering’ de dato 15 mei 2014 laat Rimburger Albert J. Verreck ons deze strijd meebeleven vanuit zijn persoonlijke herinneringen. De Amerikanen waren reeds op 17 september in Heerlen en er waren ook al Amerikanen in Waubach en Eygelshoven. Maar voor wat betreft de intocht in Rimburg toonden zij zich voorzichtiger. Zij wisten immers dat er langs de grens door de Duitsers in het Rimburgerwald bunkers waren gebouwd, als onderdeel van de Westwall, de honderden kilometers lange Duitse verdedigingslinie. Vanaf afstand werden deze eerst met granaten beschoten. Tijdens het vuur over en weer lieten twee Rimburgers het leven; Joep Hermans en Sibbe van den Hoop. De Duitsers bliezen de brug over de Worm op. Het hele dorp moest in de schuilkelders een veilig onderkomen zoeken. Rimburg zat tussen twee vuren in en was feitelijk een soort niemandsland. Op twee oktober dropten vliegtuigen een massa bommen op het Rimburgerwald. Vervolgens werden de Duitse stellingen bestooktmet granaten, waarna enkele ‘jagers’, Britse gevechtsvliegtuigen, heen en terug over Rimburg vlogen met vol mitrailleurvuur. Uiteindelijk volgden die dag de opmars van de soldaten. Maar toch bleef het moeilijk om de Duitse kant te bereiken. De Rimburgers moesten ook op 3 en 4 oktober in hun schuilkelders blijven. Pas toen de Duitsers uit het nabije kasteel waren verdreven, verplaatsten de gevechten zich naar het bos aan de Duitse kant, om daar de bunkers te veroveren. De inwoners van Rimburg konden nu uit de schuilkelders komen. Albert Verreck herinnert zich het vrachtwagentje met in een laadbak een aantal dode soldaten. De bunkers zijn na de oorlog opgeblazen. Een aantal zijn helemaal verwijderd of liggen kennelijk bedolven onder een berg aarde. Op enkele honderden meters vanaf het kasteel, in de richting van de spoorwegovergang, zijn in de winter vanaf de verharde weg (Rimburgerstraße), links in de helling, nog restanten te zien. Zo ook in de vanaf Hofstadt afdalende Finkenratherweg. Vanaf de brug over de Worm
zien wij aan de rechterkant aan de weerszijden van de Worm twee witte gebouwen tegenover elkaa; ‘De Rimburgermolen’. Het Nederlandse deel van de molen is sedert 1920 omgevormd tot mooi woonhuis en herinnert eigenlijk in niets meer aan een molen. Aan het Duitse complex zien wij nog steeds een waterrad. Het rad verkeert echter in deplorabele toestand. Zoals ook een groot gedeelte van het, deels bewoonde, Duitse complex. Noodzakelijke restauratie zal waarschijnlijk het miljoen te boven gaan. In ieder geval hebben de vele loslopende kippen een goed leven. Tenminste als de vos niet toeslaat, lijkt
mij. De rommelige omgeving van het Duitse deel stemt mij niet blij. In vroeger tijden verbond een loopbrug beide molens met elkaar. De Nederlandse molen was oorspronkelijk een oliemolen en werd tegen het einde van de 19e eeuw verbouwd tot graanmolen. De Duitse molen was tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw nog regelmatig in bedrijf. Tegenover de Rimburgermolen vinden wij kasteel Rimburg. Gedeelten van de voormalige gracht zijn nog steeds intact. De oorsprong van het kasteel dateert uit de 12e eeuw. Eind 13e eeuw werd het kasteel volledig verwoest door het leger van hertog Jan I van Brabant (1252/1254-1294). Einde 13e eeuw werd het kasteel door de heren van Mulrepas herbouwd. Momenteel is het kasteel al meer dan 100 jaar in bezit van de adellijke familie von Brauchitsch. In 1899 werd het kasteel verfraaid met een barokke façade. De zuidwestelijke toren werd verhoogd en voorzien van een leistenen koepelvormige kap. De voorburcht werd opnieuw ingericht. Het kasteel is wegens privébezit niet vrij toegankelijk. Oorspronkelijk werden overleden leden van de familie bijgezet in een mausoleum, gelegen in het
Rimburgerwald achter het kasteel. Het mausoleum bestond uit twee delen. Het bovendeel was een soort kapel. In het onderste deel waren de grafnissen ondergebracht. Helaas was het mausoleum doelwit van vandalisme. Het bovendeel werd in 1997 overgeplaatst naar een buitenmuur om het kasteel. Vanaf de verharde weg is de achterkant hiervan goed te zien, vanwege de afwijkende stenen. De onderbouw is achtergebleven in het bos. Door gaten in een metalen deur zijn de open grafnissen nog goed te zien. Helaas maakt de onderbouw, mede door aangebrachte graffiti, een nogal troosteloze indruk. In de buurt van het mausoleum torent een bijzondere boom met de spits boven het bos uit. Het is een mammoetboom. De bruinrode stam van de boom voelt heel zacht aan. In het bos treffen wij hoofdzakelijk de volgende loofbomen aan: Eik, Beuk en Es. Ook zijn er (aangeplante) bestanden met Fijnspar, Lariks en Douglasspar. In bepaalde delen van het bos groeit Hulst heel erg goed. Door het bos lopen een aantal goed te bewandelen paden. Volgende week vervolgt Herman de wandeling langs de Nivelsteiner Sandwerke, Worm Wildnis en het verdwenen gehucht Finkenrath.