In 1995 verscheen in ‘Het Land van Herle’ een artikel: ‘Vergeten Dienstbaarheid. De bijdrage van vrouwelijke religieuzen in de ontwikkeling van Oostelijk Zuid-Limburg, 1900 -1950’.
Het referaat begint met een gedicht van Gerard Reve:
Zuster Immaculata die al vier en dertig jaar verlamde oude mensen wast, in bed verschoont en eten voert, zal nooit haar naam vermeld zien. Maar elke ongewassen aap die met een bord: dat hij vóór dit, of tegen dat is, het verkeer verspert, ziet ‘s avonds reeds zijn smoel op de tee vee. Toch goed dat er een God is.
Het referaat stelt de vraag: ‘wie waren zij, die tientallen vrouwelijke religieuzen in onderwijs en gezondheidszorg, en welke is haar bijdrage aan de ontwikkeling van en de vrouwenemancipatie in Oostelijk Zuid-Limburg?’ Vergeten dienstbaarheid dus! Ook in Eygelshoven waren er zusters in de eerste helft van de twintigste eeuw. Zij zorgden met name voor fatsoenlijk onderwijs voor meisjes en voor de huishouding in het Gezellenhuis. Ook waren er zusters, vanuit Kerkrade, actief in de gezondheidszorg.
Een vijftal congregaties heeft kortere of langere tijd hier gewoond en / of gewerkt.
– Zusters Ursulinen
– Augustinessen van St.Monica
– Missiezusters van het Kostbaar Bloed
– Zusters Franciscanessen van Heythuysen
– Kleine Zusters van St.Jozef
ONDERWIJS
Ursulinen 1913-1950
In het begin van de twintigste eeuw groeide de bevolking van Eygelshoven en Hopel enorm. Het onderwijs was daar totaal niet op berekend. Het schoolgebouwtje was veel te klein. Kinderen van de Hopel moesten maar thuis blijven. Een situatie die twee jaar duurde!
Op initiatief van de geestelijkheid en de burgemeester van Kerkrade werd besloten de zusters Ursulinen om hulp te vragen.
In 1913 zijn de zusters Ursulinen vanuit Kerkrade naar Eygelshoven gekomen. Zij begonnen met een meisjesschool aan de Laurastraat. In een van de klassen werd een ‘bewaarschool’ ingericht (kleuterschool).
Het nieuwe klooster aan de Laurastraat werd in 1916 betrokken.
Ongeveer 40 jaar lang maakten de Ursulinen zich verdienstelijk in het onderwijs. Ze richtten op:
Een meisjesschool: de Mariaschool in 1913, en een ‘gemengde school’: de Catharinaschool in 1931;
de bewaarschool St.Angela (1930) en de huishoudschool (1921, vanaf 1939 aan de Marialaan).
In 1929 werd naast het klooster de nieuwe bewaarschool St.Angela gebouwd, met als architect ir. Beersma.
Direct achter het klooster en de bewaarschool bevond zich het schoolgebouw.
De Catharinaschool, die jarenlang gemengd was, kreeg plaats in hetzelfde gebouw als de oudere Mariaschool, en wel in de rechtervleugel achter de kleuterschool. De school werd ook wel ‘bovenschool’ genoemd. Waarschijnlijk werden in de beginjaren de kinderen uit de Hopel en Molenveld voornamelijk ingedeeld in deze school.
Typisch voor deze orde was het (stands-)verschil tussen soeur en mère. De zusters in het onderwijs waren mère, hoewel bij het direct aanspreken ‘zuster’ diende te worden gezegd. Een kapelaan uit Kerkrade vond, met een klein woordgrapje dat ‘ge-soeur en ge-mère’ maar lastig!
Het onderscheid tussen ‘standen’, de afkomst van de kinderen, was sowieso een item, ook in het onderwijs in Eygelshoven.
In 1950 werd het klooster door de Ursulinen opgeheven en overgedragen aan de zusters Augustinessen van Sint Monica.
Deze zusters verrichtten ook werkzaamheden in het Gezellenhuis. Dit was echter van korte duur. In 1953 verliet de congregatie Eygelshoven. Sindsdien is er geen kloostergemeenschap meer geweest.
Later gingen de scholen, samen met de St.Jansschool, op in de huidige Veldhofschool.
GEZELLENHUIS, Laurastraat 48.
In het Gezellenhuis waren werkzaam de Zusters Franciscanessen van Heythuysen. Zij waren er vanaf de oprichting in 1919 tot de tijdelijke sluiting in 1934.
De reden van de sluiting waren de crisisjaren. Er waren nauwelijks nog gezellen. In die jaren kwam er een nieuwe Congregatie die het Gezellenhuis overnam en inrichtte als klooster.
De Missiezusters van het Kostbaar Bloed vestigden in 1934 hun postulaat en noviciaat in het voormalige Gezellenhuis. Overste werd soeur Régus. In 1937 werd dit Missiehuis verplaatst naar Tienray.
Raar maar waar: de oorlog zorgde voor een grote toeloop van nieuwe mijnwerkers naar Eygelshoven. De keuze voor veel Nederlandse jongemannen was: de mijn in óf gedwongen werk in Duitsland. Zo kreeg in 1940 het Gezellenhuis zijn oude functie terug.
Van 1940 tot 1950 werden de Kleine Zusters van de H.Joseph (een Heerlense Congregatie) bereid gevonden in het Gezellenhuis te komen werken.
Toenmalig huismeester Stoffelen herinnert zich deze zusters: “…de zustertjes van St. Jozef, onovertroffen als keukenprinsessen. …De modernere nonnetjes die nadien kwamen: ‘die wilden de mijnwerkers met een tomaat en een wortel de mijn insturen.’”
Evenals de zusters zijn ook alle gebouwen uit Eygelshoven verdwenen: het zustershuis (brand 1972), het gezellenhuis (sloop 1975) en de scholen. Alleen de voormalige ‘bewaarschool’ is er nog! En niet te vergeten: het Mariabeeld dat in de voorgevel van het zustersklooster stond. Het heeft de brand overleefd en een plaats gekregen bij het oude kerkje, als stille herinnering aan een bijna vergeten dienstbaarheid.