Door pastoor Marc Heemels
Hoe Selma Wijnhausen uit Lemiers in de oude Hopel terechtkwamVijf jaar oud, dat was ze nog maar toen Selma met haar vader Walter en moeder Thea ergens in 1941 halsoverkop vertrokken richting…, ja waarheen? Richting veiligheid. Het werd de oude Hopel.Eigenlijk had het Joodse gezin alle voorbereidingen getroffen om met de trein richting Duitsland te gaan, ‘op verzoek’ van de Duitse bezetter. Een kennis uit Vaals kwam hen waarschuwen: de reis zou eindigen in een vernietigingskamp. Inderdaad zouden tientallen Joden uit Vaals vermoord worden in Sobibor of Auschwitz. Dat de Joden toen nog niets vermoedden blijkt wel uit het feit dat haar opa Julius Wijnhausen de taxi pakte naar Polen in plaats van de trein, omdat hij dit kon betalen!
Het gezin Wijnhausen kwam in de oude Hopel terecht. De oma van Selma zou zich later bij hen aansluiten. Ter plekke coördineerde mevrouw Trees Mulders-Sistermans, de kordate boerin van de hoeve Rouwenhof, de onderduikadressen. Het gezin zou gedurende een drietal jaren op vier verschillende adressen verblijven.Het langste waren ze bij mevrouw Trien van Eys-Brouwers. Zij werd ook wel ‘Sjwatz Trien’ genoemd, vanwege haar ‘geringe interesse in hygiëne’. Trien bewoonde een vervallen huisje met twee vertrekken: een keuken en een kamer. Een veredelde stal eigenlijk.
Trien leefde in de keuken, de onderduikers in de aparte kamer van enkele vierkante meters. Het gezin Wijnhausen plus oma, Joep Keusch met zijn moeder, zijn verloofde en haar broer, en nog enkelen. De familie Keusch was ook uit Vaals. Op een gegeven moment leefden er 15 Joden in deze kleine ruimte. Er was een raam, maar dat was afgeplakt. Selma sliep met drie anderen op een matras, zo vertelde ze later. Soms voelde ze een grote teen in haar oor.
Honger hadden ze niet. Aardappelen, suikerbieten, dat was het dieet. Alles waar Joep Mulders, zoon van mevrouw Mulders, aan kon komen. Wel was het eten zo eenzijdig dat Selma na drie jaar nog geen centimeter was gegroeid.
Op een dag meldden zich twee Italianen bij Trien. Of ze al in Holland waren? Nee, zei Trien. ‘Jullie zijn in Limburg, Holland ligt veel noordelijker!’ Walter Wijnhausen hoorde het gesprek en wist Trien te overtuigen de twee Italiaanse deserteurs te helpen. Eentje kwam uit Florence, de ander uit Verona. Mevr. Mulders vond een plek voor hen.
Soms kwam er een onderwijzer uit Eygelshoven, met een groot gezin, iets brengen wat nodig was. Toen moeder Thea eens erge tandpijn had, hielp hij mee de kies te trekken.
Nooit kwam Selma buiten. Af en toe werd een dakpan verschoven om een stukje hemel te zien.
Het laatste half jaar verbleef het gezin bij de familie Cools in de oude Hopel. Dat was een hele verademing, met meer ruimte, en andere kinderen om mee te spelen.
Bijna negen was ze, toen de oorlog voorbij was. Terug naar Vaals. Selma was het drukke verkeer niet gewend. Ze had jaren geen auto’s gezien. Ze liep prompt onder een Amerikaans voertuig. 13 dagen in coma, 1 ½ jaar in en uit het ziekenhuis. Pas daarna kon ze met school beginnen. Omdat ze jarenlang alleen onder volwassenen was geweest, was dat niet eenvoudig.
Ze ging in Vaals naar school bij de zusters van het H.Hart.
In Aken ging ze bij Berlitz Duits en Frans studeren. Ze werd stewardess. Ze trouwde en emigreerde in 1961 met haar echtgenoot naar de VS, Chicago. Daar ging ze werken in een reisbureau, dat ze later wist te kopen. Zo bezocht ze zo’n 100 landen. Zolang het ging bezocht ze elk jaar haar familie, vrienden en bekenden in Linburg, waaronder verschillende mensen uit de oude Hopel.
Foto: Hoeve Rouwenhof
De Rouwenhof is een zeer oude hoeve uit de 14e eeuw. In latere tijden is het goed in tweeën gesplitst, waardoor er een oude en een nieuwe Rouwenhof ontstonden. Beide zijn helaas medio jaren ’60 afgebroken om plaats te maken voor de tweede steenberg van de mijn Laura.
De Rouwenhof van de fam. Mulders behoorde tot de gemeente Nieuwenhagen, maar parochieel, net als de nabije oude Hopel tot de H.Joannes de Doper.
De Rouwenhof van de fam. Mulders lag rechts van de Mensheggerweg (oude Hopel links van deze weg).