Door Wim Berendsen
Hij werd in Nieuwenhagen geboren, voetbalde op alle jeugdelftallen van SVN, woont nu al 23 jaar op de Bossen, trainde jarenlang de jeugd bij Laura Hopel Combinatie, stapte over naar de senioren en is nu al heel wat jaartjes hulptrainer en elftalleider van LHC 2. Deze week is in onze rubriek ‘Vrijwilliger in Eygelshoven’ aan het woord: Richard Willems (54).
“Ik werd in Nieuwenhagen geboren en ben een telg in de voetbalfamilie Willems. Iedereen in de familie voetbalde bij SVN, dus ik begon er ook toen ik een jaar of vijf was. Mijn vader May deed van alles en nog wat bij de vereniging, trok de lijnen en hielp waar het nodig was. Mijn moeder Netty smeerde zondags de broodjes en bakte de frikandellen in de kantine.
Ik speelde op alle jeugdelftallen van SVN, maar stopte met voetballen toen ik mijn militaire dienstplicht er op had zitten en even wat andere prioriteiten had. Ik wilde graag een rijbewijs en een autootje, dus…
Via de F-jes naar de senioren
Toen ik trouwde, kochten mijn vrouw Sandra en ik een huis op de Bossen en daar wonen we nog steeds. Onze zoon Levin begon, met een jaar of vijf, zes met voetballen bij de F-jes van LHC en uiteraard ging ik als trotse vader mee naar trainingen en wedstrijden. Ik werd al vlug gestrikt als trainer van het C-elftal, samen met Nico Erven. Tegenwoordig heet die leeftijdscategorie de JO 14. Het beviel meteen.
Na een jaar of zes, zeven benaderde Marcel Lippinkhof mij omdat hij wel een handje hulp kon gebruiken als trainer van LHC 2. Dat leek me wel een leuke uitdaging om wat bij de senioren te doen en dan rondom het tweede elftal van de vereniging.
Later deed ik dit ook een paar jaar ik samen met Patrick Wijnhoven. Dat waren mooie jaren, ondanks het feit dat de resultaten achterbleven. Omdat er te weinig trainers waren, namen we ook het A-elftal (nu JO 19) onder onze hoede. Maar dat werd uiteindelijk wel wat veel.
In die tijd stonden we samen vijf keer in de week op het trainingsveld of speelden we een wedstrijd. Dat werd te gek, dus ben ik nu nog alleen hulptrainer en elftalleider bij LHC 2. Dat betekent dat ik dinsdag en donderdagavond op het veld sta omdat ons elftal dan traint. Ik zorg er dan voor dat de ballen en het materiaal op het veld klaar staan. Zondags spelen we wekelijks een competitiewedstrijd en tussendoor af en toe een oefenpotje, dus er gaat nog steeds wel aardig wat tijd in zitten, maar ik beleef er iedere training of wedstrijd nog veel plezier aan.
Competitie ligt wéér stil
Vorig seizoen had LHC 2 een haperende start, maar kwam na een paar wedstrijden flink op stoom. We klommen flink op de ranglijst omhoog en stonden op een gegeven moment zelfs bovenaan in de periode. Na al die mindere seizoenen ging het eindelijk eens voor de wind.
Maar toen kwam die ‘verdomde’ Coronacrisis en werd de competitie stilgelegd en was het afgelopen met de pret. Ik vond het verschrikkelijk, niet alleen voor de spelers maar ook voor de trainer Bram Tans en voor mij zelf natuurlijk ook (lachend). Dit seizoen was het zo ongeveer weer hetzelfde liedje. Van de drie wedstrijden die we speelden, wonnen we er twee, dat was dus niet slecht. Maar weer werd de competitie stilgelegd. We mochten na een paar weken weer wat trainen, maar alleen in groepjes van vier, verdeeld over het trainingsveld. Dus je schreeuwde je wat bij elkaar als je iets onder de aandacht van de spelers wilde brengen. Het was eigenlijk ondoenlijk en noem het maar bezigheidstherapie, echte trainingsvormen waren namelijk niet mogelijk.”
Vraag aan Richard, hoe ziet voor jou een zondag uit, als er een wedstrijd gespeeld wordt?
“Omdat we onze uitwedstrijden best wel vaak vroeg moeten spelen, betekent het dus niet uitslapen. Maar na een kop koffie, een broodje en niet te vergeten een sigaretje op naar LHC om te verzamelen. In het ballenhok pik ik de intrapballen op, haal in het washok de truitjes en zorg ervoor dat iedere speler het rugnummer draagt zoals dat op het digitale wedstrijdformulier vermeld staat en dat stuur ik dan door naar de scheidrechter.
Bram en ik verzorgen samen de warming up en coachen onze spelers tijdens de wedstrijd. Af en toe moet er ook gewisseld worden en Bram, die uiteindelijk verantwoordelijk is, overlegt hierover altijd met mij. Nadat we gewonnen hebben (knipoog): tas inpakken en naar de kantine van Annette en Ben Kalfics, om daar nog even de derde helft te ‘spelen’. Lekker een pilsje drinken, wat napraten en natuurlijk her en der een luisterend oor hebben, zodat je weet wat er in de groep leeft. Het is gewoon leuk om met die jonge knapen op te trekken. Voorlopig blijf ik dat dan ook nog wel even doen. Ik weet dat je die vraag toch wou stellen, zegt hij lachend.”