Op 17 juni 1725 vindt in het oude kerkje in Eygelshoven de doop plaats van Marietje Peters. Haar trotse vader Nicolaas Peters is bij de doop van Marietje, hun eerste kind. Moeder Odilia Peters-Frijnts ligt nog in het kraambed.
Een behoorlijk eind lopen is het van de Groenstraat, waar ze woonden, naar het kerkje in Eygelshoven, hun parochiekerk.
Nicolaas is klompenmaker. Al gauw geven zijn dorpsgenoten Nicolaas een mooie bijnaam: het ‘blokmenneke’ (Blockmentgen). Immers, klompen worden gemaakt uit blokken hout.
Jaren later: een zekere Peter Douven uit Chevremont wordt opgepakt. Na foltering tijdens zijn verhoren verklaart hij dat onder anderen Nicolaas Peters medeplichtig zou zijn aan verschillende diefstallen, o.a. in de kerk van Eygelshoven (8 juni 1736). ‘Het blokmenneke oet de Grunstroat?’ ‘Joa, het blokmenneke!’
En zo wordt Nico in de nacht van 14 op 15 jan. 1743 gearresteerd. Terwijl het blokmenneke zelf op de pijnbank ligt heeft hij het ook over zijn vrouw en zijn dochter.
Daarom wordt ook Odilia gearresteerd. En Marietje moet ook mee.
Ze worden overgebracht naar de kerker in het kasteel van Herzogenrath.
Al snel wordt het jonge meisje verhoord.
Marietje weet van niks.
Eind augustus het vonnis: schuldig! Haar ouders worden tot de galg veroordeeld. Op 10 september 1743 vindt de executie plaats bij de Scherpenseeler Veeweg op de heide.
In totaal worden daar op die dag zes mannen en drie vrouwen ter dood gebracht.
Marietje mag blijven leven. Maar de beulen brandmerken en geselen Marietje, net 18 geworden.
Het is een massale executie die veel volk op de been brengt. Een lugubere vorm van volksvermaak. Onder de terdoodveroordeelden bevindt zich ook een zekere Gabriel Brull (Brühl). De auteur Georges Simenon (‘Maigret’) is een nazaat van Brull. Enige Eygelshovenaren zijn verwant aan deze Brull.
Het blokmenneke uit de Groenstraat… Een heuse Bokkenrijder zou hij zijn geweest.
Was hij een dief? Misschien … Wie zal het zeggen… Hoe betrouwbaar zijn die onder zware folteringen afgelegde ‘bekentenissen’?
Het is maar zeer de vraag of het allemaal zo georganiseerd was als menigeen dacht.
Groepen mannen die zich op een bok door de lucht verplaatsen… Wie gelooft dat!
Dat is nou echt fake news…
In een periode van armoede en sociale onrust betreft het hier zeker ook een wegzetten van de armsten der bevolking, randgroepen, marginalen, vaak langdurig onderweg, zoals de kleine handelaren uit de Groenstraat, soms kleine criminelen.
Zij werden met heel veel achterdocht en vijandigheid bejegend. Wat niet hielp, was dat veel van deze ‘kleine luyden’ met elkaar communiceerden in een soort geheimtaal, het Bargoens. Door de overheid werd deze taal vooral als boeventaal beschouwd. Spreek je Bargoens, dan ben je een crimineel.
‘Ze worden gefolterd, maar ze houden zolang vol onschuldig te zijn… Hun kracht moet wel van de duivel komen.’
Hun zogenaamde pact met de duivel maakte hen vogelvrij. En dat meer dan een eeuw na de laatste heksenprocessen in Nederland!
In 1½ jaar tijd vonden 120 personen de dood vanwege het waanidee dat leefde bij de autoriteiten.
“In de verlichte achttiende eeuw is er in het gebied van het huidige Zuid-Limburg een onvoorstelbaar groot onrecht aangericht, doordat veel politieke, justitiële en kerkelijke autoriteiten geloofden in het waanidee van een grote bende die zich met de duivel had verbonden”, zo concludeert historicus Louis Augustus.
Hoe vaak in onze geschiedenis komen we deze strategie tegen: bij grote problemen in een land anderen, of hele bevolkingsgroepen, demoniseren, brandmerken als niet-mensen!
‘Duivels!’ ‘Beesten!’ De bokkenrijders als zonde-bokken.
Het evangelie spreekt over bruidsmeisjes, dom of slim. Marietje hoorde tot de kansarme categorie. De deur was voor haar altijd gesloten. Buitengesloten. ‘Wij kennen je niet! Wij wíllen je niet kennen!’
Onze Marietje Peters werd letterlijk gebrandmerkt, in haar mooie gezicht. Daarna werd ze verbannen. Haar vijf jongere broertjes en zusjes bleven verweesd achter.
Wel kregen de kleintjes nieuwe schoenen, betaald uit het verbeurd verklaarde bezit van hun ouders… Hoe wrang.
Nooit meer werd iets van Marietje vernomen.
Vandaag noemen we haar naam. In het kerkje waar ze gedoopt werd, bijna 300 jaar geleden, met de naam Maria.
Moge deze kostbare naam geschreven staan in het boek des levens en gegrift in de palm van Gods hand.
Brandmerken en verbannen.
We denken aan de Marietjes van onze tijd.
Pastoor Marc Heemels